Frankrijk stemt tegen ZFE-milieuzones: Crit'Air-sticker nog steeds nodig

Van de 548 aanwezige parlementsleden stemden er 275 vóór en 252 tegen. Dit is een beslissende stap in de richting van de afschaffing van de ZFE – tegen de wil van grote delen van de regeringsfractie rond president Emmanuel Macron in.
Het besluit werd genomen tijdens het tweede parlementaire debat over het alomvattende wetgevingspakket, bedoeld om de economische bureaucratie te verminderen. De maatregel om milieuzones af te schaffen was een van de meest controversiële punten. Deze werd gesteund door leden van de conservatieve Républicains, de rechtse populistische RN en delen van de MoDem- en Horizons-fracties. De wet moet nu worden gestemd in een bemiddelingscommissie (commission mixte paritaire) tussen de Nationale Assemblee en de Senaat voordat deze definitief in werking kan treden.
De maatregelen voor luchtkwaliteit werden in 2019 ingevoerd en in 2021 aanzienlijk uitgebreid. Het doel was de luchtkwaliteit in de getroffen steden te verbeteren en de fijnstofvervuiling te verminderen. Volgens de Franse gezondheidsautoriteit Santé Publique France zijn jaarlijks ongeveer 40.000 sterfgevallen te wijten aan blootstelling aan fijnstof. De maatregel werd dan ook beschouwd als een belangrijk instrument van het Franse milieubeleid.
Het politieke besluit staat haaks op de huidige strategie voor milieuzones in Frankrijk. Sinds 1 januari 2025 geldt een strengere regelgeving voor milieuzones, die ook geldt voor buitenlandse voertuigen. In grootstedelijke gebieden met meer dan 150.000 inwoners is een permanente Crit'Air-stickerplicht ingevoerd. Voertuigen zonder de bijbehorende Crit'Air-sticker mogen deze zones niet meer inrijden. Daarnaast gelden er vanaf de inwerkingtredingsdatum rijverboden voor bepaalde voertuigen, afhankelijk van hun emissieklasse, in bestaande milieuzones.
Het debat rond de ZFE blijft controversieel. Hoewel critici blijven waarschuwen voor maatschappelijke verdeeldheid door rijverboden, zijn er ook sterke bezwaren tegen de afschaffing ervan. Milieugroeperingen en individuele parlementsleden wijzen op studies uit Parijs, Londen en Madrid die een meetbare reductie van luchtverontreinigende stoffen zoals NOx en PM10 aantonen na de invoering van de zones. Anderen wijzen erop dat deze successen waarschijnlijker te danken zijn aan technologische vooruitgang in het wagenpark.
Er bestaat ook de vrees dat de Grondwettelijke Raad het niet zal halen: vertegenwoordigers van de regeringsmeerderheid zien de schrapping van de EEZ als een "vreemde bijlage" (cavalier législatif) die niets te maken heeft met het eigenlijke doel van de wet. Als het Grondwettelijk Hof de wet goedkeurt, zou de betreffende passage geschrapt kunnen worden. Frankrijk dreigt bovendien EU-financiering terug te moeten betalen, aangezien de geplande milieuzones deels vanuit Brussel werden gesubsidieerd.
De regering probeerde tevergeefs het besluit te voorkomen. Minister van Industrie en Energie Marc Ferracci wees op internationale ervaringen waaruit blijkt dat lage-emissiezones kunnen bijdragen aan emissiereductie. Minister voor Ecologische Transitie Agnès Pannier-Runacher verdedigde de resultaten tot nu toe ook in de krant "Le Monde": "In de twee grootstedelijke gebieden waar lage-emissiezones worden ingevoerd, Parijs en Lyon, is de stikstofdioxideconcentratie met meer dan een derde verminderd." Vanuit het perspectief van de regering moeten gemeenten de mogelijkheid blijven hebben om dergelijke zones individueel te ontwerpen en aan te passen. Volgens Le Monde benadrukte minister van Ruimtelijke Ordening François Rebsamen dat de regering dit principe van lokale controle ondersteunt.
auto-motor-und-sport