Van de Dongfeng uit 1958 tot de moderne BYD en Omoda: zo hebben Chinese auto's zich ontwikkeld.

De Chinese auto-industrie, die momenteel exponentieel groeit in Spanje en Europa, kent een heel andere oorsprong dan haar westerse concurrenten.
Terwijl merken als BYD en OMODA met technologisch geavanceerde voertuigen en concurrerende prijzen een niche in de Spaanse markt hebben veroverd, waren hun voorgangers politiek georiënteerd en niet commercieel van aard. Het ging om projecten die de Volksrepubliek China zelfvoorzienend wilden maken.
De moderne geschiedenis van de Chinese auto-industrie begint in 1958, op het hoogtepunt van de 'Grote Sprong Voorwaarts'. In die tijd waren voertuigen niet bedoeld voor gewone burgers, maar eerder een symbool van nationale prestige.
De geschiedenis van de eerste Chinese auto's weerspiegelt China's ambitie om te industrialiseren en zelfvoorzienend te worden in de 20e eeuw. Anders dan in het Westen, waar de autoproductie voor het grote publiek begon, waren de eerste Chinese voertuigen een nationaal statussymbool en bedoeld voor overheidsfunctionarissen.
Hoewel er in de jaren 30 al pogingen werden gedaan om voertuigen te produceren, begon het moderne tijdperk van de Chinese auto-industrie pas in 1958. In dat jaar streden twee modellen om de titel van 'de eerste Chinese auto': de Dongfeng CA71 en de Shanghai Phoenix (later SH760).
De Dongfeng CA71, de eerste in eigen land geproduceerde sedan, en de Shanghai Phoenix (later SH760) waren de pioniers. Geïnspireerd door Europese modellen, werden deze auto's in beperkte oplage geproduceerd, bedoeld voor gebruik door hoge overheidsfunctionarissen, met als enig doel de industriële capaciteit van het land te demonstreren.
Deze "auto's voor de staat"-aanpak hield decennialang stand en effende de weg voor technologische isolatie. De daaropvolgende economische opening van China transformeerde de industrie echter volledig. Vandaag de dag is de ambitie van die eerste projecten uitgegroeid tot een wereldwijde exportstrategie.
In de eerste decennia van de 21e eeuw hield de Chinese auto-industrie zich, tijdens haar snelle groeifase, bezig met een controversiële praktijk die wereldwijd de krantenkoppen haalde: het ongeoorloofd kopiëren van Europese auto-ontwerpen. In een poging hun ontwikkeling te versnellen en aantrekkelijke modellen op hun thuismarkt aan te bieden, kozen veel fabrikanten ervoor om de esthetiek van westerse auto's te kopiëren, wat leidde tot een reeks replica's die vaak leidden tot juridische stappen.
Deze "kopieën" waren niet zomaar oppervlakkige imitaties. Veel Chinese fabrikanten imiteerden de esthetiek van succesvolle modellen bijna volledig en probeerden te profiteren van hun populariteit. De meest beruchte gevallen betroffen enkele van de meest prestigieuze Europese merken.
De bekendste zaak was die van de Landwind X7, een SUV die een vrijwel identieke replica was van de populaire Range Rover Evoque. De gelijkenis was zo opvallend dat JLR, het moederbedrijf van Land Rover, juridische stappen ondernam. Hoewel de rechtszaak complex was, werd de zaak symbolisch voor die tijd.

Verschillende fabrikanten kopieerden het Duitse merk BMW. De Shuanghuan SCEO was een van de meest flagrante kopieën, met een ontwerp dat de voorkant van een moderne BMW X5 combineerde met de achterkant van een Mercedes-Benz M-Klasse, wat hem veel media-aandacht opleverde.

Ook het superluxemerk Rolls-Royce, eigendom van BMW, bleef niet gespaard. De Geely GE, geïntroduceerd in 2009, was een bijna perfecte kopie van de iconische Rolls-Royce Phantom, waardoor Geely na klachten van het Britse merk gedwongen werd de voorkant te herzien.

In het sportieve SUV-segment was de Zotye SR9 een bijna exacte replica van de Porsche Macan, van het silhouet tot de interieurdetails. Dit leidde tot een verhit debat over intellectueel eigendom in de auto-industrie.

Dit tijdperk van massale nabootsing is voorbij. De Chinese industrie is volwassen geworden en heeft, in plaats van te kopiëren, fors geïnvesteerd in eigen ontwerp- en technologische ontwikkelingstalenten.
Het resultaat is de opkomst van een nieuwe generatie Chinese merken op de Spaanse markt.
-U56351523260meW-760x427@diario_abc.jpg)
Bedrijven als OMODA, BYD, DFSK en Maxus hebben consumenten weten te overtuigen met een zeer concurrerend aanbod aan voertuigen, vooral in de SUV- en elektrische autosegmenten.
Deze merken zijn niet langer een symbool van politieke macht, maar een echt alternatief voor het grote publiek. Zij waarderen de uitstekende prijs-kwaliteitverhouding, de geavanceerde technologie en de grote verscheidenheid aan aandrijflijnen die ze aanbieden, van benzine tot 100% elektrische systemen, inclusief hybride opties.
ABC.es