Energiepact EU-VS: een tegenslag voor de Europese decarbonisatie?

De handelsovereenkomst van 700 miljard euro tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten heeft geleid tot aanzienlijke controverses op milieugebied.
Terwijl de Europese Commissie het presenteert als een overwinning voor de economische stabiliteit, waarschuwt het Europees Milieubureau (EEB), het grootste netwerk van milieu-NGO's op het continent, dat dit pact de inspanningen van Europa om CO2-uitstoot te verminderen, zou kunnen "ontsporen".
De EEB maakt zich vooral zorgen over de toezegging in de overeenkomst om de komende drie jaar grote hoeveelheden fossiele brandstoffen en kernenergie van de Verenigde Staten af te nemen.
Volgens Luke Haywood, directeur Klimaat en Energie bij het EEB, is dit pact "fundamenteel onverenigbaar" met de doelstellingen van de EU voor 2030. Hij waarschuwt dat "het verdrievoudigen van de Amerikaanse energie-import in slechts drie jaar niet alleen fysiek onwaarschijnlijk is, maar ook de middellangetermijndoelstellingen van de EU op het gebied van koolstofreductie zou ondermijnen."
De EEB trekt de rechtvaardiging van de overeenkomst in twijfel en stelt dat deze import Russische energie zal vervangen. Volgens de organisatie is deze redenering niet geloofwaardig, aangezien de Verenigde Staten al 50% van de EU-markt voor vloeibaar aardgas (LNG) domineren.
Bovendien is de waarde van de overeenkomst, € 700 miljard, aanzienlijk hoger dan wat er uit de VS zou worden geïmporteerd, zelfs in de meest radicale scenario's van energiesubstitutie.
De organisatie dringt er bij het Europees Parlement en de lidstaten op aan om de elementen van het pact die de klimaatdoelstellingen, de energiesoevereiniteit en de internationale geloofwaardigheid van Europa zouden kunnen ondermijnen, te herzien en indien nodig af te wijzen. In plaats daarvan stelt het EEB dat de EU haar inspanningen moet richten op investeringen in hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en elektrificatie.
ABC.es